Brieven aan Leo Riemens

Vanaf 1961 vervulde Leo Riemens voor De Telegraaf/Nieuws van de Dag de taak van dagelijkse tv-recensent. Aangezien in die tijd de buitenlandse zenders niet overal in Nederland ontvangen werden, besloot de familie op gegeven moment naar Maastricht af te reizen, waar de Duitse en Belgische tv-stations goed in het bereik lagen. Tot de zomer van 1973 keek Riemens voor wakker Nederland iedere dag trouw naar de televisie en maakte dikwijls op niet mis te verstane wijze melding van zijn mening over de programma's. In de aan mij overhandigde (en weer geretourneerde) archiefdozen bevonden zich een aantal brieven van kijkers die reageerden op de recensies van Riemens. Uit deze reacties blijkt duidelijk hoe men tegen hem aankeek. Daarmee is natuurlijk niet de mening van iedere Nederlander of De Telegraaflezer uit die periode weergegeven, maar de brieven laten ons toch duidelijk zien hoe mensen over Leo Riemens en zijn werk dachten.

Reacties van tv-kijkers uit de jaren 1960? Is dat niet wat oubollig en achterhaald? Ik meen van niet; te meer we - zoals ik vaker gezegd heb- Riemens beter leren kennen door de indruk die hij bij zijn lezers- en kijkerspubliek heeft achtergelaten. Het spreekt me overigens aan dat brieven van 'gewone huismoeders en vaders' op aandoenlijke wijze blijvend getuigen van een betrokkenheid bij het wereldgebeuren in al zijn grote en kleinburgerlijke facetten, zoals dat door de media toen ter tijd aan het Nederlandse volk voorgeschoteld werd. Menig brief maakte meer indruk op mij dan wijze verhandelingen van geleerde heren. Het blijkt eens te meer dat wijsheid en inzicht zich openbaren op de meest onverwachte momenten en plaatsen.

Ik ben er bovendien van overtuigd dat de mening en tevens ergernis  van tv-kijkers uit de jaren 1960 een deel van hun geldigheid tot op de dag van vandaag bewaren.

Uit de beginjaren 1960 en 1968 wil ik een keur aan reacties vermelden. De namen van de lezers worden slechts met de initialen vermeld, de woonplaats echter voluit; indien de privacy dit toelaat. In enkele gevallen zal ik naam en plaats helemaal vermelden.


Antwoord van hoofdredacteur Stokvis

Op 22 augustus 1963 schreef J.J.F. Stokvis, hoofdredacteur van 'De Telegraaf' te Amsterdam, N.Z. Voorburgwal 225 een brief aan zijn tv-recensent.


Geachte Heer Riemens,

Bedankt voor uw brief van 17 augustus. Ik vond het prettig een aantal reacties te lezen, waaruit blijkt dat gij vele belangrijke bewonderaars hebt. Ik weet hoe moeilijk uw positie als televisiecriticus is en in de eerste plaats waardeer ik het dat u deze met zoveel plichtsbetrachting vervult. Allen op die basis is een eerlijke en waarachtige kritiek mogelijk.

Het is nu eenmaal met kritieken die recensenten schrijven als het eten dat ons dagelijks wordt opgediend: de ene dag smaakt het beter als de andere. Daarom begeef ik mij liever nooit in een discussie met een recensent aan wie ik mijn vertrouwen heb gegeven. Alleen wil ik vermoedelijk onnodig, herhalen wat ik meermalen heb gezegd: schrijf uw kritiek met mededogen, want het betreft hier niet in de allereerste plaats een grote kunstuiting, maar de allerbelangrijkste informatiebron van alle lagen der bevolking. Ook met mededogen is alles te zeggen wat ge te zeggen hebt. Zonder al te veel te kwetsen. Ik schrijf dit niet, omdat ik hiertoe op het ogenblik speciaal aanleiding heb, integendeel, maar het is louter een herhaling van de policy die ik mij ten opzichte van de televisie-kritiek steeds voor ogen houd.

Ik hoop dat ge het komende drukke winterseizoen met evenveel opgewektheid en enthousiasme zult doorkomen als in de afgelopen tijd.

Met vriendelijke groeten, ook aan uw vrouw....


Het zijn wijze woorden, die de heer Stokvis schrijft. Deze brief bevestigt eveneens de bewering, dat Riemens als tv-recensent en muziekcriticus de waardering van veel bewonderaars wegdroeg, ondanks de donkere kant van zijn verleden en in weerwil van zijn soms moeilijke karakter. Met deze brief van hoofdredacteur Stokvis in het achterhoofd, wil ik even teruggrijpen naar het interview dat ik jaren geleden met Frits van Lijf, bewerker van het 'Groot Operaboek' en huisvriend van de familie Riemens gedurende vele jaren, gehad heb.


De huisvriend aan het woord

"Leo Riemens was zijn hele leven een eenzaam en introvert iemand. Jarenlang heb ik hem meegemaakt, bezeten als hij was van zijn opera. Hij was in feite een groot kind, dat honderduit vertelde en eindeloos namen, verhalen en gebeurtenissen kon opdissen. Ik ben goed op de hoogte van Leo's verleden en ik kan u verzekeren dat ik nooit zijn vriend had kunnen  zijn, indien ik niet van hem gehouden had. Hoe is dit nu mogelijk? Wel, vanaf het moment dat ik hem in de jaren '70 leerde kennen, werd ik overdonderd door zijn enorme kennis en talent, de grote bijdrage aan de cultuur en de opera in het bijzonder. Daarin lag de charme van zijn persoonlijkheid verborgen, in die combinatie van talent en kinderlijkheid. Leo leefde voor zijn opera. Hij was dag en nacht mee bezig. Naast het schrijven van zijn boeken, leverde Riemens o.a. commentaren voor de hoezen van klassieke Preisler platen uit Wenen. Op die wijze wist hij gedurende vele jaren zijn collectie aanzienlijk uit te breiden. Helaas verschenen er andere coryfeeën aan het firmament, die ook commentaren voor deze hoezen schreven. Dit was natuurlijk tegen het zere been. Het betekende doodeenvoudig dat Leo zijn fameuze collectie niet meer zo gemakkelijk kon aanvullen. Daar mocht natuurlijk niemand aankomen. Ruzies met redactieleden van 'Luister' waren het gevolg. In feite werd zijn leven gekenmerkt door talloze conflicten van dergelijke aard. Voor hem gold: 'het doel heiligt alle middelen'.  Zijn visie over opera en de voortdurende drang om de collecties alsmaar uit te breiden stonden centraal in zijn leven. In dat opzicht was Leo zeker een opportunist te noemen.

In een tijd waarin de radio het centrale medium was, heeft Leo Riemens zich kunnen ont - wikkelen tot een ware legende voor de operaliefhebbers. Voor hen blijft hij een grootheid op zijn gebied. In deze tijd, waarin andere media de overhand hebben, zouden de kaarten natuurlijk anders geschud zijn. Riemens als persoon en Riemens als operakenner zijn twee begrippen die gescheiden moeten worden, indien men zo objectief mogelijk wil berichten over deze veelzijdige, doch gecompliceerde man. Investeren in relaties en vriendschap was voor hem onmogelijk. Omgaan met Riemens hield voornamelijk een eenrichtingsverkeer in. Leo was in het begin van onze vriendschap de aangever. Ik luisterde alleen maar en gaf pas veel later commentaar. Het was daarentegen opvallend hoe hij over zijn huisdieren kon praten, die soms al tientallen jaren dood waren. Dan liepen hem vaak de tranen over de wangen", aldus Frits van Lijf.

Tulp voor Christina Deutekom

Tijdens de presentatie van het door Frits van Lijf bewerkte 'Groot Operaboek' in het MECC-gebouw te Maastricht in 1990, was niemand minder aanwezig dan de operazangeres Christina Deutekom. Zij zou een tulp in ontvangst nemen die naar haar vernoemd werd. Het was op zijn minst verwonderlijk te noemen, want als er een zangeres op de bühne rondliep die Leo Riemens tot razernij kon brengen, dan was het wel Christina Deutekom. Hij had geen goed woord voor haar over en volgde tijdens het begin van haar carrière de lijn van vele Nederlandse critici, die haar eveneens niet konden 'zetten'. In haar boek 'Christina Deutekom, een leven met muziek', verteld aan Paul Korenhof, (1988, Bosch & Keuning, Baarn), ziet  Deutekom het begin van deze aversie ontstaan tijdens een wat nare gebeurtenis.

Pag. 44 en 45: 'Een totaal ander soort wedstrijdervaring deed ik een aantal jaren eerder op, toen ik op een huishoudbeurs meedeed aan een soort concours met afgevaardigden van alle elf provincies.. Ik eindigde daar als tiende maar dat ging niet zonder slag of stoot, letterlijk zelfs. Pi Scheffer was al halverwege opgestapt uit de jury en Leo Riemens moest later worden afgevoerd, omdat hij een klap op zijn oog had gekregen. Toen de uitslag bekend werd gemaakt, ontstond er namelijk een enorm tumult en gedrang van mensen die het er niet mee eens waren. Riemens was toen zo dom om op te staan om iets te gaan zeggen, maar hij had zijn mond nog niet open gedaan of hij had al een peut te pakken. Binnen de kortst mogelijke tijd was zijn oog niet meer om aan te zien en ik geloof dat hij mij dat altijd kwalijk heeft genomen. Een feit is in ieder geval dat ik daarna een tijd lang bij hem geen goed meer kon doen. Ik heb altijd vermoed dat hij dacht, dat ik mensen had meegebracht die hem even te grazen namen toen ik geen hoofdprijs kreeg'.

Als muziek in de oren

Dit 'meningsverschil' ten spijt, is het wel opvallend dat de operazangeres in haar boek een visie over bepaalde operaregisseurs weergeeft, die Leo toch als muziek in de oren geklonken moet hebben. Pag. 68 en 69: 'Als je als moderne regisseur wilt meetellen met dergelijke extravagante ensceneringen, zoek daar dan ook de goede, eigentijdse stukken bij, maar blijf van het klassieke repertoire af. En als je als regisseur zo je eigen opera wilt maken, maak dan ook je eigen opera of zeg:' "Dit is mijn opera op muziek van meneer die-en-die ", maar noem het niet meer de Don Giovanni van Mozart of de Traviata van Verdi...Als zanger merk je wel dat je dikwijls erg weinig contact hebt met de regisseur. Je hebt weinig in te brengen en voor mijn gevoel zitten we momenteel in een situatie, waarin de dirigent en regisseur een beetje samenzweren tegen de zangers. Dat heb ik de afgelopen twintig jaar steeds sterker naar voren zien komen. De zanger komt er soms helemaal niet meer aan te pas en moet zonder commentaar meedraaien, daar kan ik mij heel kwaad over maken'.

De ontboezemingen van de criticus over het doen en laten van operazangeres Deutekom werd op gegeven moment haar persoonlijke manager H.R. Rothenberg teveel en hij schreef een brief op hoge poten en overigens in zeer slecht Nederlands aan de hoofdredactie van De Telegraaf. Hieronder volgt de letterlijke weergave van een kopie van de brief, met de opmerking dat Rothenberg vanuit Spanje opereerde. Hij zal het Nederlands op den duur wel verleerd zijn.

Kop: Personal management H.R. Rothenberg Calle Del Bruch 146, Atico Barcelona, Spain. Amsterdam 21.IV.1969,-

Zeer geachte Mr. Stokvis:

In den naam van Mevr. C.DEUTEKOM en de mijne dank ik U ten zeerste voor alle publiciteit, die U ons in het verleden getoond heeft, maar op de andere kant vind ik het erg jammer voor U, dat U toestaat dat een Mr. met een zeer twijfelachtig verleden en zonder vakkennis permissie van U heeft onzin en dat zelfs op een haatelijke manier in Uw courant te schrijven, vooral omdat hij U courant en U resenties voor de geheele wereld, vak en publiek, belachelijk maakt, en ik vind, dat mag een Directeur niet toestaan, ook niet het woord 'Democratie' gebruikend.

U heeft natuurlijk al lang begrepen, dat ik het sujet Leo Riemens bedoel, en zijn resenties van de waarschijnlijk grootste en belangrijkste internationale zangeres, die Nederland en vooral dan ook Amsterdam ooit gehad heeft.- Hoe kan zich zoo iemand veroorlooven, en hoe laat U zich belachelijk maaken, vooral naar Mevr. DEUTEKOMS laatste TV optreden, gister avond met zijn stupide resentie en stomme raadgevingen, om die niemand gevraagd heeft en die alleen toonen, dat iemand die in 'De Telegraaf'schrijft, heelemaal geen flauw begrip heeft, nog van stemmen, nog van wat in de internationaale operawereld gebeurt,- Hoe durft een Courant zooals de Uwe zulke resenties te publiceeren, terwijl de grootste vakmenschen en critici van de geheele wereld Mevr. D. en dan nog in het land van de Belcanto met Callas en Sutherland verglijken, hoe idioot kun jij woorden, om haar te 'raaden' Oratorios enz. te zingen, (misschien van de 'Jood' Mendelsohn-Bartoldy, zooals 'Mijnheer' gedurende de oorlog geschreven heeft?), terwijl de heele wereld haar als de nieuwe groote dramatische coloratuursopran ziet, en zij op reden van haar successen in Venetie, nu ook voor volg. seizoen in de belangrijke Teaters van Napoli, Torino enz. geengageerd is, en er 'pour-parlers' zijn, dat zij aanst. seizoen misschien met de "Puritani" de Scalaseizoen opent (Dit hangt van de Tenor af). De beroemde Engelsche criticus Harold Rosenthal zei, toen ik hem al resenties van deze 'heer' vertaalde: 'How ridicolous one can get and this in such an serious newspaper?'

Omdat Wilma Driessen, een klein onbeduidend zangeressje, die laaten we netjes blijven en zeggen, sinds jaaren van den 'heer' Riemens gepousseerd wordt, zonder eenig internationaal succes, laat Uw Courant het toestaan, dat hij probeert Mevr. Deutekom aftemaaken, en het eenige resultaat er van is, dat 'De  Telegraaf/Courant Nieuws van de Dag' zich belachelijk maaken,-

Heeft het onder deze omstandigheden eenig doel, dat wij verder aan een combinatie voor concerten enz. met Uw couranten geïnteresseerd blijven? Ik zou denken van niet, en het spijt mij voor U en alle Uw medewerkers, zooals de heeren  v.d. Meyden Hartering, Galema enz., die zoon groot niveau hebben enz., hoe is het mogelijk, dat in de zelfde courant zulke individues als Leo Riemens mogen schrijven, dat begrijpt waarschijnlijk heel Nederland niet?

Met de meeste hoogachting    Uw


P/S. Ben tot aanst. Donderdag

ochtend, Hotel Schiller!


Een dag later schreef hoofdredacteur Stokvis de volgende korte brief aan H.R. Rothenberg:

                                                                                                                           22 april 1969.

                                                                                                             De Heer H.R. Rothenberg,

                                                                                                             p/a Hotel Schiller

                                                                                                             Rembrandtplein,

                                                                                                              Amsterdam.


Geachte Heer Rothenberg,


Het spijt mij dat de inhoud en de insinuaties in uw schrijven van 21 april het mij onmogelijk maken met u in discussie te treden.

Mijn bewondering voor mevrouw Deutekom zal er echter niet minder om zijn.


Hoogachtend


J.J.F. Stokvis.


Deze doorslag van de brief aan Rothenberg draagt in de linkerbovenhoek de vermelding: Hr. Riemens. ter kennisneming.



Corry Brokken

Een brief die heel wat opgewekter van toon was, trof ik in de dozen aan van niemand minder dan Corry Brokken.

Kop: Corry Brokken

"Berkenhof"

Hilversumseweg 28

Laren (N-H)

                                                                                                                                    Laren 8 Oct. 1965


Geachte Heer Riemens,


                                      Hartelijk dank voor Uw brief van 3 Oct. j.l.

Afgezien nog van het feit dat ik ijdel genoeg ben om graag complimentjes te krijgen, ben ik er extra trots op dat U mijn werk waardeert.

Overigens dank ik U nog hartelijk voor Uw gewaardeerde medewerking aan mijn T.V. show. Ik zal Uw brief bewaren, want het is een stimulans om te proberen beter en beter en beter te worden.

Met vriendelijke groeten

Hoogachtend:

C.M. Brokken



Een ingekorte brief van G.B. uit Hilversum, niet gedateerd.

Geachte Heer Riemens

U zoudt waarschijnlijk verbaasd staan, indien U wist, hoeveel brave kunstminnende lieden U met Uw artikelen hebt opgelucht en getroost. Uit de 'Kunst-Rubriek' van de Telegraaf, die zooals dan ook bij lange na niet de gemeenste- dan toch in ieder geval de slechtste van de ganse Nederlandse Pers, komt u plotseling te voorschijn, als zoowat de eenige (over Kunst schrijvende) figuur, die er blijkbaar nog reële artistieke maatstaven opnahoudt, en die zaken niet corrupt, of pervers beoordeelt.

Daar boeken nu eenmaal mijn 'vak' vormen, kan ik mij bij U helaas niet als Operaminnaar aandienen, daar deze - trots haar door mij beminde en bewonderde Muziek- dusdanig op mijn lachspieren werkt ( b.v. wanneer de 'Traviata' op haar sterfbed begin te 'coloraturen', met onderstreeping door de Bas-dokter), dat ik de zaal moet verlaten, om anderen niet te storen. De eenige Opera's , die ik volop kan genieten zijn de Zauberflöte, (waarom worden de componisten toch eindelijk niet eens wijs, en gaan openlijk tot Mythe en Sprookje over; maar dan niet á la Wagner!), de Don Giovanni (net.net!) en de Carmen, die tenminste muzikaal-episch niet dissoneert. Ik vind het jammer, dat Uwerzijds de waardering voor de instrumentale Muziek niet groot schijnt te zijn. Maar het is nu eenmaal zoo: it takes all kinds of people...Moge er nog eens een, U evenarend, recensent van instrumentale muziek de kans krijgen!



Ir. J.J. H. uit Apeldoorn schrijft op 28-12-67:

Zeer geachte Heer Riemens,

Met veel belangstelling lezen wij altijd uw TV kritieken, waarmee wij het vrijwel altijd eens zijn. En deze brief is in de allereerste plaats bestemd als blijk van grote waardering voor uw kennis van en liefde voor de goede muziek, waaronder ik niet alleen de klassieke orkestmuziek doch eveneens de goede operette en - in mindere mate -  de opera en musical bedoel. Deze laatste nuancering is natuurlijk een kwestie van smaak. " Wij " zijn een bejaard echtpaar (63 en 65j.).

Wat ik ook zo waardeer is het feit dat u steeds hamert op een harmonische verdeling van de programma's. Hvs I en II en de indeling jeugd en kleuters ten opzichte van de voor ouderen bestemde programma's. Wat mij ergert (soms) is de overmaat van goede programma's tijdens de feestdagen. In die dagen lijkt ons de overdaad slecht besteed, want er is juist dan m.i. minder behoefte en meestal toch al meer afleiding ( fam. bezoek, kerk enz ).

Een sprekend voorbeeld is wel het programma rond oudjaar volgens het zonet ontvangen programmaweekblad. Voor een goed begrip wil ik u nog even melden, dat ik nog nimmer een ingezonden brief of enig andere brief met waardering noch kritiek heb geschreven. U bent de eerste en waarschijnlijk de enige.

Ik wil u bij deze een prettige jaarwisseling toewensen en wij moeten maar blijven hopen dat alles zal verbeteren in deze wereld (ook natuurlijk de veel belangrijkere zaken).


Hoogachtend ir. J.J. H.

Mevr. T.V. uit Amsterdam wendde zich op 11 januari 1968 met dit schrijven tot de tv-criticus:


Kop: Aan de Heer

Leo Riemens

Kritiker van de Telegraaf.


Zeer geachte Heer Riemens!

Uw kritik over de televisieprogramas in de Telegraaf (11.1.68) juich ik van harte toe. Wat heb ik me al geërgerd over de programmas van de laatste tijd. Ons T.V. is zo langzamerhand een sta in de weg geworden, en wij zitten weer, zoo als in vroeger tijden gezellig 's avonds te lezen. 

Maar, betalen we daarvoor kijkgeld? Om niet te kijken? De film op maandagavond heb ik niet eerst aangezet, omdat ik geen zin had, om schokkende opnamen te zien. Ik ben al geschokt als ik de vrijdagavond de T.V. krant doorgelezen heb. Weer de hele week niets, warop je je echt kunt verheugen. Woensdag avond geen T.V. Waarom zal ik me lustmoordenaars aanzien? Daarover lees ik genoeg in de kranten. Wat U schrijft, heb ik al 100 keer gezegd. We willen 's avonds iets zien, waarover je kunt lachen, iets wat je ontroerd, iets wat je innerlijk rijk of blij maakt of ook iets warover je kunt debatteeren of naadenken, maar niets wat je hart of ziel laat ineenkrimpen, en wat je verkild tot in het merg. En we willen geen eindeloze gesprekken moeten hooren over probleme, die meestal maar een kleine groep aangaan. Misschien ben ik niet intelektuel. Als het tenminste betekent dat je als intelektuelen alle gevoelens moet overboord gooien, en dat het absoluut verboden is, om te lachen. Er zijn zoveel mooie films die iedereen aanspreken, en warin nog de een of andere ras, nog het geloof of iets dergelijks angefallen word. Kort, er zijn tal van filmen zonder tendenz. Net zoo als U schrijft, geef ons eens avontuur, romantik, amusement. Misschien beschouwen de heeren van de N.T.S. Filmdienst dat alles als kitsch. Misschien is het dat ook wel, in ieder gefal zou het ons blij maaken, je zou met genoegen naar de T.V. kijken en je zou die onspanning hebben, die we alle naar een meer of minder zware daagtaak zoo nodig hebben.

Bestaat er geen mogelijkheid om dat te kunnen bereiken?





In de jaren zestig maakte Riemens deel uit van de jury van ' Rodeo '. Dit druk bekeken tv-spektakel was bedoeld als 'opstapje' voor jonge amateur-artiesten.

P.F.W. uit Hoensbroek schreef op 4 augustus 1968:

Geachte Heer Riemens,

Hulde voor de wijze waarop U steeds Uw beoordeling maakte bij optreden van de amateurs in de lichte muze. Niet kwetsend en objectief. In ieder geval zo, dat de moed bij de amateurs niet in de schoenen zinkt. Wat een armzalig gedoe bij de heer Beishuizen (mede-panellid red.). Eerlijk gezegd kreeg ik er de p.. over in zoals hij zijn opmerkingen lanceerde.

Ingesloten de brief, die ik de heer Beishuizen gezonden heb. Hij was die avond kennelijk tegen U. Of hadden we dat verkeerd aangevoeld. Hoe het ook moge zijn, met juryleden á la Beishuizen komen beatgroepen er het beste van af. Niet dat ik zelf tegen dergelijke groepen ben. Dat niet, ook al omdat mijn 4 jongens zelf een groep hebben gevormd en daarmee aardig wat verdiend hebben...en wel zodanig, dat zij een stel pracht instrumenten hebben kunnen kopen. Ze begonnen eerst met gewone tweedehandse instrumenten. Nu vertegenwoordigt hun instrumenten reeds het kapitale bedrag van bijna 11 mille. Een Ludwig drumstel zoals die van de Beatles een Selmer versterker en 2 staande loudspeakers, dan nog andere instrumenten een basapparaat met versterkers en galmstoestellen. Alleen bevalt die ketelmuziek me niet. Het is allemaal zo rauw. Ik heb hen geadviseerd hun genre van spelen te veranderen omdat beatmuziek zo zoetjes aan gaat verdwijnen. Alles klinkt nu veel melodieuzer en aangenamer om er naar te luisteren.

Mag ik naar aanleiding van al die uitzendingen een opmerking maken? Dit...wil ik U zeggen.

Wordt het voor een jury-lid niet erg moeilijk om te beoordelen wanneer vocalisten en instrumentalisten samen optreden. Wanneer genoemde groepen apart zouden optreden, dan zou dat toch gemakkelijker voor de jury zijn om te beoordelen, wie de beste van hun is. Gesteld nou eens dat ook een komiekeling zoals de heer van Duyn er een is, ook mee zou optreden. Hoe moet nou in zo'n geval de beoordeling plaats hebben. Krijgt nou zo'n van Duyn- omdat de zaal barst van de lach- meer minuten dan een vocalist met een stem als die b.v. van Mieke Telkamp?...of Corrie Brokken mijn favorite.

Met zo'n heer Beishuizen in de jury krijgen beatgroepen beslist het hoogste aantal punten. Zou het ook niet aanbeveling verdienen het aantal te behalen minuten op max 4 te stellen. En dan later - op het end van alle uitzendingen -  alle 4 puntenhalers opnieuw inde strijd te werpen. Maar dan ook gegroepeerd in ieder zijn eigen genre. Een clown kan je toch moeilijk naast zo'n meiske plaatsen dat gepasseerde Zaterdag zo'n hoge - gelukkig dat U er was als tegenpool voor de heer Beishuizen - aantal minuten heeft kunnen halen. De beatgroep die zo hoog werd gewaardeerd door de heer B speelde inderdaad vals. Dat gedraai en gemier met hun instrumenten en body hoort er blijkbaar bij. Toch kan het anders. Gesteld, dat de Supremes bij het zingen dat ook steeds deden. Zaterdag op de T.V. (opgenomen show in RAI Congreszaal te Amsterdam). Toch verveelde mij hun optreden ten leste om heer B na te zeggen. Neen, geeft mij dan maar een hele avond een Corrie Brokken optreden. Wat zong ze dat slaapliedje - was het niet van Emile Hullebroeck - toch machtig mooi en gevoelig.

met veel hoogachting, P.F.W.

Aan dit schrijven is een kopie toegevoegd van een brief die was bestemd voor de heer Beishuizen.

Kop: P.F.W.

Hoensbroek 4 augustus 1968.-

Geachte Heer Beishuizen,

Wat stak de heer Riemens als jury-lid in de laatste Rodeo-uitzending met kop en schouders ver boven de andere leden uit. Dit is niet alleen mijn mening, maar eveneens van die kijkers, die de uitzending hebben gezien. Hulde voorde heer Riemens, die op objectieve wijze zijn mening over het optreden van de amateurs kenbaar maakte. Eentje die zijn vak verstaat.

Maar wat stak Uw commentaar miserabel armoedig af bij dat van de andere jury-leden. Laat staan dus bij dat van de heer Riemens. Ik kreeg het gevoel- en dat niet alleen bij mij, maar ook bij mijn visite die vol interesse naar de uitzending zat te kijken- dat sim- en antipathie bij U ook een rol hebben gespeeld. Dit maken we op uit al de door U gemaakte opmerkingen zoals...(bij de beatgroep) "Ik wil wat langer horen enz. enz. ( naar Uw smaak drukte de heer Riemens wat vlug op de knop). En waarachtig ietwat verder bij het optreden van het zangeresje, dat het grootste aantal minuten kreeg drukte U op de knop gevolgd door Uw commentaar... " Heb lang genoeg haar gehoord. 3 x haar te moeten horen is teveel ". Technisch zoals de heer Riemens dat steeds deed ging U niet op haar wijze van optreden (voordracht, stem enz. ) in.

En toen de cowboys optraden was Uw commentaar..." Het begint mij te vervelen en daarom drukte ik af ".  Het waren allemaal van die armtierige opmerkingen van U dat wij daarover - n.b. als leken op muziek en zanggebied - smakelijk hebben moeten lachen. Zo zelfs dat een van mijn visite mensen, die organist is van een kerk ( de enige die op die avond bij mij thuis die best mee kan beoordelen) zeide: " Op die wijze zoals die man - doelende op U - dat doet kan de schoonmoeder van Pellenaars het ook ".

En wat wij niet begrepen was dat aanhalen van dat ochtendblad. Deed U dat omdat de heer Riemens verbonden is als commentator van de Telegraaf? Zo ja, dan vinden we dat van U echt flauw om geen lelijker woord te bezigen.

Neen, hulde voor de heer Riemens die zorgde dat dat zangeresje zoveel minuten kon bijeen zingen. Het pluimpje dat hij het meiske op de hoed stak was verdiend. Ook de heer F. Bay viel de heer Riemens bij getuige de aanmoedigingsprijs die de heer Bay voor het meiske reserveerde. Volgens U zou zij - omdat 3 x horen teveel voor U was -  beneden de beatgroep komen te staan. Ook zo'n opmerking van U die kant noch wal raakte. Want, had het meiske wat langere liedjes gezongen, dan had U mogelijk reeds na het eerste liedje op de knop gedrukt... omdat 2 x horen teveel voor U zou zijn.


                                                          met hoogachting,

(P.F.W.)


Oneens

L. ter H. uit Amsterdam bericht op 19 mei 1968 aan Leo Riemens:

Geachte Heer Riemens,

Het valt te betwijfelen of U vaak van deze soort brieven zult ontvangen. Misschien wel daarom heb ik juist aan U gedacht, toen ik het besluit nam deze regelen te schrijven.

Ik kan me b.v. voorstellen, dat bepaalde mensen het met Uw vorm van televisiekritiek niet altijd eens zullen zijn en daarover wel eens hun hart bij u zullen willen luchten. Of het helpt..?? Tot degenen die het heus wel eens oneens met U zijn reken ik mezelf ook, maar daarover zou ik toch nooit een brief willen schrijven.

Iedere mening over een programma - dus ook de Uwe -  blijft tenslotte toch maar uiterst subjectief, de ene ervaart het positief, de ander negatief. Ergo, een oeverloos probleem. 

Dat ik dus toch speciaal aan U deze brief schrijf, vindt dan ook zijn oorzaak in iets heel anders. Mag ik het dan t.a.v. Uw tv-kritieken niet altijd met U eens zijn, op het gebied van muziekkennis en artisticiteit in het algemeen, ken ik U onvoorwaardelijk een groot gezag toe.

Dat U b.v. als jury-lid in een programma als "RODEO" bent terechtgekomen, kan ik alleen maar toejuichen. En juist dit programma is het, waarover ik het met U in deze brief wil hebben. Het was Vrijdag j.l. - op z'n zachts uitgedrukt - een bar trieste ervaring, de wijze waarop een aantal kinderen "voor de leeuwen geworpen werd", c.q. zich liet "werpen"...Dat ze "zachtkens" gekraakt werden was volkomen terecht! In het belang van de "slachtoffers" had het van mij nog veel harder gemogen...maar toch...-  en nu kom ik op het punt waarover ik het met U hebben wil -  als U eens wist onder welke pressie van buitenaf veel van deze kinderen hun "misstap" begaan...Als U eens wist hoeveel Ouders, ooms en tantes feitelijk dat "pak slaag" verdienen, dat die kinderen daar ten aanschouwe van miljoenen wordt toegediend...Zij immers zijn het, die ze al "goed genoeg" vinden...Hen deert het niet dat zo'n kind het risico loopt, dat het als een "mislukt proefkonijn" voorlopig "onmogelijk" geworden is en belachelijk gemaakt wordt door zijn omgeving....

Ik zou U - ter bescherming van toekomstige "floppers" a.h.w. willen smeken: Schrijf hier eens iets over (het kan niet scherp genoeg zijn) en geef in een volgend programma de familie en omgeving van deze jongelui eens behoorlijk op hun donder. Dit kan veel leed - bij kinderen die "zonodig moeten" -  voorkomen...


Huismoeder

Nu volgt een brief van een 'doodgewone huismoeder' ,  kenmerkend voor de vele klaagzangen aangaande het programmabeleid van Hilversum 1968 - 1969, die aan Leo Riemens gericht waren.

M.D. L-B uit Amsterdam-Zuid schrijft op 3 december 1968:

Geachte heer Riemens,

Dit is een brief van een doodgewone huismoeder, die nog nooit aan een dagblad heeft geschreven, maar nu moet mij toch echt eens iets van het hart. Eerdaags gaan wij F. 75,- betalen voor de televisie. Ik vind het een hoop geld voor de waardeloze programma's die wij voorgeschoteld krijgen. Ik begrijp niet, dat de mensen, die zich zelf zo graag horen praten niet bij ons in het Vondelpark gaan kletsen, daar zijn toch podia neergezet voor dat soort. Ik heb 6 kinderen tussen 8 en 18 jaar, maar vooral die tussen 8 en 14 jaar komen er al heel bekaaid af. Het afgelopen weekeinde om 16.00 uur een enig kinderprogramma "Dagje ouder worden ", dan Pipo, wat een herhaling is. Om 19.00 uur Rawhide, wat nu ook niet direct een kinderprogramma is. Na het nieuws Jacques Tati, voor ons wel leuk, maar voor de kinderen geen barst aan. Om 21.00 uur, naar bed jongens! "He mam, we hebben nog niets gezien". Niets aan te doen, naar bed. Op de tweede lijn, 700 jaar Roosendaal, dan de negende van Beethoven, hoe ook door mij en mijn man gewaardeerd, liever in het Concertgebouw, maar beslist niet geschikt voor kinderen.

Zondagmiddag Marian Berk, die nodig eens naar een keelspecialist moet, met Paulus en Huck Finn, afgelopen. s 'Avonds gelukkig Woord voor Woord, daarna 'God in Frankrijk'. Wat moeten de kerken er beroerd voorstaan, we worden er steeds met ons neus boven op gedrukt. Dan sport, heerlijk een uur lang en dan om 10.00 uur nog een kwartier. Ik vind het ergerlijk, dat er zo veel geld weggegooid wordt om hele ploegen met camera's enz. naar Ankara te laten reizen. Of er geen geld genoeg besteed is aan Daf. Op Ned. 2 eindelijk iets voor de kinderen 25 minuten lang. Een feest hoor. Toen om ca. 9.45 tot 10.30 een programma waar ik mij ontzettend aan geërgerd heb en waarin de Telegraaf er weer eens van langs kreeg. Wat ik niet begrijp is dat het vooroorlogse blad "Het Volk" niet genoemd werd, dat kon rustig weer verschijnen, de naam is nu Het Vrije Volk. Dan, om het gehets goed te maken wordt er een psalm voorgelezen. AMEN. 

Waarom wordt een programma als Kenmerk en dat hopeloos vervelende 'Scala' niet na het laatste nieuws gegeven. Mijns inziens kan het vele geld, wat er besteed wordt om cameraploegen naar de verste uithoeken van de wereld te sturen, veel beter besteed worden voor o.a. leuke en goede films.

Dolgraag had ik Zondagavond Johannes Heesters gezien, maar helaas is mijn T.V. toestel net even te oud om de Duitse zender te kunnen ontvangen ( Misschien win ik nog een nieuwe t.v.  met de puzzle voor het spastische kind, die los ik altijd op en stuur ze in of met de najaarsloterij met die kwal van Lou van Burg). Dus blijven wij maar doorkrukken met ongewilde Kenmerk, Scala, Reportages over Cuba. Documentaires, Coronation Street, Koning Klant, Denkbeeld, Twien en Waauw-Shows, waar mijn oudste jongens nog niet eens naar willen kijken. Gelukkig zijn er nog boeken te koop en heb ik prachtige grammophoonplaten en heeft de T.V. een knop om hem uit te doen. Maar toch F. 75,- voor waardeloze programma's !!!

Maar u kunt er niets aan doen, anders was het vast beter.

Hoogachtend M.D. L-B

Nog een moederlijke ontboezeming van mevrouw L.D. uit Den Haag.

Zij schrijft op 21 oktober 1968:

Altijd zeer gewaardeerde Leo Riemens,

Al een paar dagen geniet ik elke avond ( met het vage gejoel van de Olympische poppenkasterij op de achtergrond) van de laatste herdruk van Uw Operaboek. Heb de eerste uitgave nooit meegemaakt. Het is werkelijk een juweel van een naslagwerk waar ook mijn man af en toe met plezier in duikt. U bent ongetwijfeld DE opera-expert in Nederland. Iets om elke dag trots op te zijn en niet om de 4 jaar!

Maar vandaag ben ik toch een beetje kwaad op U, vanwege uw critiek op de Beatles. Henk v.d. Meyden heeft ook het land aan deze jongens, maar dat is zijn goed recht. Hij snapt nooit ergens iets van, dus hij mag raaskallen. Maar ik kan het van U niet goed hebben. Ik ben te oud om  te zwijmelen of van de kook te raken door beatmusic, welke beatmusic dan ook, maar ik heb wel degelijk bewondering voor wat sommige knapen ervan maken. Als we bedenken dat 10 jaar geleden de jeugd niets mocht en dus ook niets anders kon dan een zo goed mogelijke imitatie van wat ouderen hen voorkauwden.

Mond dicht en slik nu maar, Beethoven, Chopin Bach en Offenbach. Of ze het wilden of niet. De willetjes zijn achter de deuren vandaan gekomen met de Beatles. Een veel beroerder stel had de kachel aan kunnen maken. De Beatles zijn altijd de meest beschaafde, meest muzikale groep geweest. Noemt U mij een componist van de laatste 5 jaar ( lichte en zwaardere genre) die zoveel populaire muziek ( ik zeg expres geen deuntjes) ter wereld heeft gebracht die dagelijks over de gehele wereld wordt gezongen, gespeeld. John, Paul en George hebben onnoemlijk veel vreugde geschonken aan jong en oud. De ouderen genieten soms van een melodie en weten niet eens dat het een Beatle-melodie is. Dat weten Kostalanetz, Previn en andere music-makers wel.

Ik was een paar jaar geleden in Mexico City, somewhere in een suburb ver buiten de stad. Dorpje met mensen op blote voeten, jongelui die rondhingen bij een limonade verkoper. Ineens was er gitaarmuziek, er werd bij gezongen. Vertrouwde Mexicaanse muziek, rhitmisch, Spaans en toch anders.

"Dit noem ik nou gitaarspelen", zei ik tegen mijn zoontje, " geen mike geen versterkers. Originele mooie muziek from the bottom of my heart " " And yet it' s still ' It' s been a hard day's night ", antwoordt mijn zoontje droog. En het was 'hard day' s night ', mijnheer Riemens. In elke uithoek van Mexico, van Amerika, Japan, Malaysia dringen de melodieën van de Beatles door. Het is goede muziek en de jongens die ze maken zijn goede jongens. De Beatles zijn clean, met al hun fouten en gebreken ( misschien veel), hebben ze alle roem, eer zelf verdiend. Niemand heeft er schade aan gehad, integendeel zou ik zeggen. En alles wat ze zeggen wordt of verkeerd belicht of in een gouden lijst gezet. Ze vragen er niet om. Ze worden doorlopend beticht van publicity zoekerij, wat je reinste nonsens is. Als je zo beroemd bent, mag je immers niet je neus snuiten, zonder dat er commentaar is? Of je bent zwaar verkouden, of je gebruikt een opzichtige kleur zakdoek en bent burgerlijk, of je snuit te hard.

Er is altijd wel wat van te zeggen. Oké ze gebruiken verdovende middelen, ze komen er rond voor uit. 5 miljoen mensen gebruiken momenteel dope. LSD en de hele mikmak en er wordt niets van gezegd. Nooit hebben de Beatles gevraagd om voor heiligen aangezien te worden. 

Men gunt ze letterlijk niets, zelfs geen eerlijke eigen mening. Waren Leonard Bernstein of Rubinstein geïnterviewd, dan was elk woord wat ze gisteren tegen David Frost hadden geuit, als diamant beschouwd. Nu het 'maar' George en John zijn, staan we met de bijl klaar. John met zijn belachelijke Yoko Ono en al zijn zwakheden ( het is ook maar een mens, kent U de streken van Picasso?) steekt doorlopend de draak met iedereen. George ( de meest serieuze van de 4 ) meent absoluut wat hij zegt en denkt. Welk recht hebben wij, Leo Riemens om deze jongens te kleineren, te beschuldigen van leugens en vlegelachtigheid. Als U zo'n stukje over de Beatles durft te schrijven, waarom dan nooit over de vunze, huichelachtige politiek en religieuze smeerlappen die we dagelijks  op ons scherm krijgen? Waarom alleen en altijd een attaque op de Beatles waaraan de wereld - sorry to say so, but it's true - zoveel plezier aan beleeft, al jaren ?

De verwording van de jeugd is niet de schuld van de B., we had it coming, mijnheer Riemens, long time ago. Met onze bazige, verwaten betweterigheid, met onze volstopperij van oude klassieken en ons eeuwige " kop dicht, slikken ".

Als onze jeugd zo was als George, John, Paul en Ringo moesten we in onze handjes klappen van blijdschap. Helaas zijn ze niet zo. En dat nemen we de B. kwalijk. Unfair.  Mijn jongste zoon is 17, een uitmuntend gitarist ( in Amerika in diverse stijlen les gehad en goed) en hij is een fervent Beatle-fan. Van het begin af. En daarnaast houdt hij van Mozart, Segovia, Jobin, van alles wat goed en waar en echt is. Ik wou dat alle mensen zo waren. Niet bevooroordeeld, niet jaloers, van binnenuit spontaan, zonder imitatie.

En daarom was ik boos op uw stukje, omdat U nooit eens ook flink afgeeft over deze would-be culturelen, moderne muziek, waar je doodziek van wordt ( net nog bij Willen Duys ) o mijn god wat zijn we cultureel en wat vinden we het mooi. Maar achteraf snakken we om even ergens een radio " puppet on a string " horen spelen of " hey jude ". We zijn " judes " on a string mijnheer Riemens, konden wij oudjes het maar vaker openlijk bekennen.

Sorry voor deze stoom- afblazerij. Evengoed een trouwe bewonderaarster van U,

L.D.



Heilige huisjes

A.R. de M. uit Groningen op 26 juni 1968:

Zeer geachte heer Riemens,

In ' De Telegraaf ' van 25.VI.68 schreef U een stuk, 'Heilige huisjes en Taboes', waarin U enkele van uw achtergrond - gedachten op papier zette. Ik veroorloof mij hierbij enige kanttekeningen te plaatsen naar aanleiding van het doorbreken van taboes via de televisie. " Geen mens die daarom gevraagd heeft, en weinigen die het op prijs stellen, maar we leven met het feit en kunnen er weinig meer aan doen dan het signaleren ".

Het is nu aan taboes eigen, dat er niet om wordt gevraagd ze te doorbreken. Eigen taboes worden als zodanig niet herkend; ze verschijnen in een verpakking, waarop een etiket is geplakt dat de inhoud niet dekt. Het ten eigen aanschouwe verwijderen van deze verpakking is dan ook niet zo aangenaam, want taboe is juist datgene waarover niet gesproken mag worden. Indien zekerheden plotseling in twijfel worden getrokken, zal men zich moeten heroriënteren, en de daarvoor nodige inspanning is velen teveel. Echter, voor de " weinigen die het op prijs stellen ", dat wil zeggen, voor de weinigen die het aan het denken over zichzelf zet, betekent het een verdieping van vragen die men zichzelf zet. Mens-zijn en mens-worden impliceert het zichzelf vragen stellen.

Uw melancholieke " Maar we leven met het feit, etc..." doet vermoeden, dat U de Nederlander een van de belangrijkste mogelijkheden zichzelf te leren kennen door zich voor problemen te plaatsen, wilt ontnemen.

U citeert kennelijk instemmend een uitspraak van Wanda Landowska, die ik zonder  enige aarzeling stupide noem. Iedere vorm van kunst ontwikkelt zich dialektisch ( ten overvloede dit heeft niets met materialisme te maken ); beweging veroorzaakt tegenbeweging, maar these en antithese heffen zich op in synthese. Het is niet toevallig dat de werkelijk groten tevens het einde betekenden van een stroming of tijdperk: hun weg moest afbrekend en zoekend - met alle verdiensten van dien - worden gevonden. Geen mens zal kunnen staande houden dat er niet voortdurend nieuwe elementen aan de muziek zijn toegevoegd.

Over Uw opmerkingen betreffende Harold Pinter, en met name over zijn stuk 'De Huisbewaarder' nog het volgende. Over smaak valt wellicht te twisten, over kwaliteit niet. U kunt Picasso mooi vinden of niet, een enigszins voor de beeldende kunst gevoelige mens zal zijn grootheid moeten erkennen. Ik bedoel te zeggen dat, of genoemd toneelstuk U onder de indruk bracht of niet, het niet aangaat dit af te doen met  " een stomvervelend stuk met een onaangenaam luchtje". Van een criticus mag zeker verwacht worden dat hij de werkelijkheid onder de oppervlakte kan herkennen. De overtreffende trap van moed is hoogmoed.

Ik ben een beetje treurig gestemd over Uw stukje, en ik twijfel eraan of mijn gedachten hierover wel overkomen. Maar hoe dan ook, ik kan " er weinig meer aan doen dan het signaleren ".

Hoogachtend:

A.R. de M.

Aan de brief van C.H.A. te Nijmegen die 25 juni 1968 reageerde, is een reactie van de recensent bijgevoegd. Allereerst de brief van de lezer.

Kop: Redactiechef 'De Telegraaf'

N.Z. Voorburgwal 225

Amsterdam

Geachte Heer redacteur,

Practisch vanaf de dag van verschijning les ik 'De Telegraaf'. Met veel genoegen, onder meer omdat mijn ergernis tegen het juk dat 'links' ons op ieder gebied wil opleggen, uw boosheid evenaart. Naar buiten toe verdedig en help ik uw blad waar dat mogelijk is. Sta mij dan toe, intern eens kritiek te leveren op het behoudzuchtige karakter van uw televisierubriek. Vergis ik me, als ik hierin de signatuur van 'Morele Herbewapening' herken?

Ik ben het met uw recensent eens als hij uitpakt tegen scheldpartijen, persoonlijke aanvallen en slecht gecamoufleerde partijpolitiek via radio en t.v. Maar  ik erger me aan hem ( en waarom moet ik mij tegen betaling ergeren?) als hij er steeds voor pleit dat alles bij het oude moet blijven en geen taboes moeten worden opgeruimd. Hij is teveel fatsoensrakker en heeft te weinig werkelijkheidszin. Zijn gevecht tegen de klok, zijn pogingen om de tijd stil te zetten, worden wat ridicuul.

Als uw recensent de stukken van Pinter niet begrijpt, moet hij niet verlangen dat ook anderen Pinter nooit te zien krijgen. Dat is een pleidooi voor dictatuur, in een krant die juist zo gekant is tegen dictatuur.

Ieder heeft het recht te zien waar hij belang in stelt. Voor mij en mijn vrouw was dat o.m. de goed verzorgde uitzending over een bevalling. Het gaat ons dan te ver, steeds voor viespeuken te worden uitgemaakt als wij er met instemming naar hebben gekeken. Als omstreden zaken maar niet tijdens het kinderuurtje aan bod komen, is er wat mij betreft niets tegen deze uitzendingen. Ik heb ze liever dan de films en opera's van Riemens. Van de recensent verwacht ik, dat hij mij van te voren op de hoogte stelt van de strekking van een omstreden stuk en dat hij een beoordeling geeft van spel en regie. Niet dat hij voor mij beslist of het stuk voor mij, als betaler van kijkgeld, geschikt is om te worden gezien. Dat zal ik zelf wel uitmaken.

Ik schrijf u dit niet uit boosaardigheid. Maar omdat ik zou willen, dat men u serieus blijft nemen en met uw wensen op ander terrein rekening houdt.

Aangezien ik werkzaam ben voor een concurrerende krant, verzoek ik u dit schrijven niet als 'ingezonden stuk' te beschouwen. Het is mij voldoende als u zelf hiervan kennis wilt nemen.

Hoogachtend:

(C.H.A.)


De brief draagt de tekst 'Hr. Riemens', als bewijs dat dit schrijven voor hem ter lezing bestemd is.

Leo Riemens antwoordt C.H.A. te Nijmegen op 28 juni 1968:

Geachte Heer A.

Uw aan de redactiechef van 'De Telegraaf' gerichte brief werd mij opgestuurd. Ik ben de laatste jaren veel gewend geraakt aan veranderde normen van goed fatsoen waaronder ook collegialiteit behoort, een begrip dat mij met de paplepel in medische kringen werd ingegeven. Ik heb geleerd dat hier te lande het mogelijk is dat een journalist in zijn blad een gedetailleerde kritiek gaat leveren op het werk van een collega, die in een blad schrijft dat hem niet welgevallig is. Het is mij overkomen.

Maar dit haalt het niet bij de ervaring die ik heden opdeed: een journalist die een collega achter diens rug om gaat bekritiseren bij zijn redactie, en dan nog vraagt er vooral geen openbaarheid aan te geven. Dit is een novum in de journalistiek. Mijn eerste impuls was dan ook deze brief de behandeling te doen ondergaan die hij verdient: vernietiging en vergetelheid. Er schuilen echter zoveel fouten in, zoveel verkeerd begrepens, dat ik het niet kan laten U op enkele punten te wijzen.

U schrijft dat wanneer ik de stukken van Pinter niet begrijp ik niet verlangen moet dat anderen ze niet te zien krijgen. Direct komt dan het hoge modewoord 'dictatuur' naar voren.

Mag ik U verzoeken mij EEN kritiek van mij te tonen waarin ik eiste dat de stukken van Pinter niet zouden worden uitgezonden? Ik heb integendeel betoogd dat elk genre te zijner tijd moet worden uitgezonden, maar op de daarvoor geschikte tijden ( voor experimenteel toneel in de late avond) en in een redelijke dosering. Ik heb wel bij herhaling geschreven dat ik de stukken van Pinter gapend vervelend vond, ziekelijk van strekking ( zijn eigen bewonderaars hebben het over 'sick' literature ), en dat wij een onevenredig aantal van zijn stukken in een kort bestek kregen. Dat is mijn goede recht als kritikus. Maar men mag er in Nederland geen afwijkende mening op na houden. Dat wil dan zeggen: afwijkend van wat een klein groepje vindt, want de overgrote meerderheid van het publiek denkt er zo over als ik. Dat is mij gebleken uit de vele reakties die ik uit alle lagen van dat publiek ontving.

U noemt dat 'dictatuur'. Ik noem dictatuur de dwingelandij der omroepchefs die het publiek herhaaldelijk datgene geven wat zij ZELF er in willen drukken, zonder rekening te houden met de verlangens van het publiek. Die een waardevol stuk van Nobelprijs winnaar Galsworthy terzijde schoven als 'een stuk voor Opoe'. De wereldliteratuur van alle tijden is zo oneindig groot dat het zinloos is om ( wat we deze winter beleefden ) Donderdag op Donderdag verveeld te worden met een modern eenaktertje dat altijd weer dezelfde modeontwerpen behandelde. U noemt mij behoudzuchtig. Ik wens te behouden alles wat kostbaar en waardevol is, en wat gevaar loopt door iconoclasten vernietigd te worden omdat de waardering ervoor hen in de weg staat. Dat sluit niet uit dat ik open oor en oog heb voor het heden. Maar dat oog en dit oor wensen dan ook bevredigd te worden. Ik heb niet geschreven dat geen tabu' s mogen worden opgeruimd ( voor een journalist leest U slecht). Wel dat de tabu-opruimers zelf stikvol eigen tabu' s zitten en daar geen mens aan laten komen.

Het woord 'Fatsoensrakker' kende ik nog niet, maar ik beschouw het als een eretitel, zo iets als eens het woord 'geus' geweest is. Laten er nog een paar mensen in deze wereld zijn die voor goed fatsoen opkomen. Ze schijnen zeldzaam te worden. U was het eens met de bevallingfilm. Ik ontving tientallen brieven van moeders die op Moederdag met hun gezin voor de TV zaten en zich opgelaten voelden omdat zij hier hun meest intieme belevenis in de openbaarheid gebracht zagen, in bijzijn van hun gezin. En dat door een vrouw die het er kennelijk om te doen was om op TV te komen. De wijze waarop deze film vervaardigd was, was ONKIES en SMERIG. Daarin sta ik niet alleen, maar kreeg ik adhaesie van twee der meest bekende gynaecologen van Nederland. U schrijft niet uit boosaardigheid. Waarom dan achter mijn rug om naar de redactie? Het verheugt mij U te kunnen zeggen dat ik in de laatste weken in totaal 48 brieven ontving, en dat de Uwe een der TWEE afwijzende was. Wanneer U bedenkt dat iemand die zich ergert tienmaal eerder naar de pen grijpt dan iemand die spontaan zijn enthusiasme betuigt ( zo als de 46 anderen ) dan mag ik wel stellen dat 98% der lezers het volkomen met mij eens is. Uw collega in ergernis was een 16-jarige die bleek reeds zo door de hersenspoeling te zijn aangetast dat hij niet meer klaar kon denken of zelfs lezen. Ik heb zelden zo'n staaltje van volslagen gedachtenverwildering gelezen. Ik heb dat echter liever dan het staaltje collegialiteit dat U ten beste gegeven hebt.

Het is mij in ieder geval een bewijs dat mijn strijd om FATSOEN op onze TV niet onnodig is. Als iedereen het er mee eens was, zou dat het geval zijn. Zolang brieven als de Uwe mogelijk zijn blijft het zaak uit pure zelfverdediging waakzaam en militant te blijven.


Hoogachtend


Bruin bakken

De brief van de 16-jarige collega in ergernis' volgt:

Evert de R. uit Amsterdam-Zuid schrijft op 25-6-1968:


Geachte redactie van De Telegraaf

De heer Riemens bakt het vaak bruin, maar het stuk 'TV-journaal niet neutraal' spant wel de kroon . Hierin wordt het journaal uitgekreten als een eenzijdig en tendentieus programma omdat o.a. de mijns inziens onjuiste tactiek van de Gaulle gesignaleerd werd. Dit was, dacht ik, gewoon een feit, hetwelk geconstateerd is, evenals het feit dat drie studenten ( uit Engeland ) het communistische Rusland uitgezet zijn, omdat ze daar geprotesteerd hadden tegen de opsluiting van bepaalde schrijvers; ( ik wou hierbij opmerken dat het mij vreemd voorkomt dat het altijd linkse jongeren zijn die protesteren tegen misstanden in zowel communistische als kapitalistische landen. Waarom zitten de rechtse jongeren stil? Waarom protesteren ze niet tegen de discriminatie van de joden in Rusland en Polen, zoals de SVB deed?).

Ook zijn tweede voorbeeld ( de vrouw die door de politie werd geslagen ) was een constatering van een feit. Het moet de heer Riemens toch wel opgevallen zijn dat aan de kant van de politie geen doden gevallen zijn, maar wel verschillende aan de andere kant. Ook zal de heer Riemens wellicht in de kranten gelezen hebben dat door vele mensen, zowel links als rechts, het politieoptreden als te hard is bestempeld.

Nee, naar mijn mening is het Journaal tot nu toe objectief in zijn berichtgeving. Als de heer Riemens voortaan tijdens het Journaal zijn rechtse bril afzet, zal ook hij tot die conclusie komen.

Evert de R., 16 jaar.


Het antwoord van de heer Riemens aan de 16-jarige Evert luidt als volgt:


Kop:

(AFSCHRIFT

voor hoofdredactie)                                           

                                                               De heer Evert de R.

                                                               Amsterdam Z.


Geachte Heer de R.,

Uw brief gericht aan de redactie van De Telegraaf is een karakteristiek voorbeeld van verward denken.

U schrijft dat ik het Journaal als een eenzijdig en tendentieus programma uitmaak omdat 'o.a. de mijns inziens onjuiste tactiek van de Gaulle gesignaleerd werd'. Precies! De UW inziens onjuiste tactiek. En naar inzicht van de Journaal samensteller. Maar wat deksel, het journaal HOORT geen inzicht te hebben. Het hoort alleen de nuchtere feiten weer te geven. Het inzicht van honderdduizenden anderen kan anders zijn, en misschien ook wel juister. Het was dus GEEN feit, maar een opinie. Voor die opinie is een zee aan zendtijd aanwezig in de eindeloze opinieprogramma's als Achter het Nieuws, Brandpunt, Avro' s Televizier etc. Waarin echter merkwaardigerwijs alleen de inzichten van een bepaalde groep worden weergegeven, zelden of nooit een ander gezichtspunt dat daar even veel recht op heeft.

Uw voorbeeld van de vrouw in de Parijsche relletjes begrijpt U ook niet. U noemt dit een constatering van een feit ( hoewel het slaan nog geen feit was, gezien het  optreden van de beschermende persfotograaf ). Het  in de buik steken van een politie-inspecteur is echter OOK een feit, maar dit werd ons niet getoond of zelfs gezegd. Ik maak hier bezwaar dat men uit een overvloed van FEITEN altijd precies die feiten kiest die in het straatje passen, en nooit de feiten die daar niet aan voldoen.  Ook een eenzijdige en gericht tendentieuze keuze van feiten - materiaal is misleidend. Wederom schrijft U dat 'naar Uw mening het Journaal tot nu toe objectief in zijn berichtgeving was'. Dit is nu weer niet mijn mening, en in tegenstelling met het Journaal dient een recensent er WEL een mening op na te houden. U wilt dat ik mijn rechtse bril afzet, terwijl ik alleen protesteer tegen de linkse bril die mij met dwang door het Journaal wordt opgezet. U vindt ten slotte dat ik het vaak 'bruin bak'. Ik prefereer echter een oordeel of gerecht dat bruin gebakken is boven een oordeel of gerecht dat ongaar is.

Ten slotte verwonder ik me er voor de zoveelste maal over waarom de tallozen die mij schrijven het met mij eens te zijn, en mij met aandrang vragen in de trant voort te gaan dat in een persoonlijk schrijven doen, maar iedereen die het niet met mij eens is ( gelukkig een te verwaarlozen minderheid als ik het percentage brieven reken ) dat altijd aan de redactie doet. Ik acht dit een typisch staaltje van sportiviteit. Ten slotte: de ontvangst van een brief als de Uwe bewijst mij hoezeer de dagelijkse hersenspoeling al inwerkt bij diegenen, die blijkbaar niet tot nuchter denken in staat zijn. Het is mij een stimulans te meer hiermee voort te gaan, daar het nuttiger blijkt te zijn als ik had gedacht.

Hoogachtend


Tenslotte een brief van Bram de H. uit Amsterdam-Buitenveldert die een alleraardigst eenaktertje aan Leo Riemens toestuurt op 30 januari 1968. 

ELDORADO

Een nieuwe buisclub dreigt zijn opwachting te maken: ELDORADO.

Hoepla, zojuist via de uitgang van de VPRO verwijderd, heeft zichzelf tot zuil uitgeroepen. Dat hadden we na AVRO, VARA, VPRO, NCRV, SOCUTERA, NTS, HIRO, en wat zich verder nog langs onze dakharken in de huiskamers nestelt, nu net nog nodig. Het avantgardistische programma van de Hoepla-afgangers wordt in lappen van advertenties aangekondigd als 'links noch rechts, conservatief noch progressief, hip van hart, levendig  van geest' en nog een aantal demagogische kreten, welke culmineren in de aanmoediging om vooral zes gulden te storten waarna een bewijs van lidmaatschap met een afbeelding van Phil zal worden uitgereikt.

Af en toe smaak ik het genoegen de ex-hoepla-floepers in het journalistencafé op de Nieuwe Zijds te zien opduiken. Hun sublieme conversatie is luid genoeg om mij aan de leestafel te laten meegenieten.

Enkele brokstukken van hun indringende dialogen wil ik u niet onthouden om u vast een beetje voor te bereiden hoe fijn het allemaal gaat worden straks met Eldorado:

Wim van der Linden: 'Nou dat gaat het wel worden, hé. We zullen het klootjesvolk een wat voorpissen'.

Wim T. Schippers: 'Tokke. tokke'...

W.v.d.L.: 'We laten ons niet in de zijk drukken. Ik wil koffie'.

W.T.S.: 'Tokke, tokke'...

W.v.d.L.: Weet je, we moeten goeie pop maken. Er is veel te weinig pop op de buis. Pop en hip, daar gaat het om'.

Een onbekende: 'Hip, bloedje hip'.

W.v.d.L.: 'Neem nou die oudjes in dat bejaardenhuis ( spreker doelt op het gewraakte item in de afgelaste Hoepla ), je mag ze toch wel vragen wat ze nou allemaal denken te beleven als ze dood gaan...Dat is toch reëel '....

Een onbekende: 'Die zijkers van de VPRO. Weten ze veel'.

Een andere onbekende: ' Kut'.

W.T.S.: 'Tokke, tokke'.

W.v.d.L.: 'Koffie! Ik heb dorst. Ik wil een zijkpot vol met koffie'.

En nou maar wachten wat het wordt. Maar als Eldorado evenals Hoepla weer 'tokke' is, dan wordt het klootjesvolk het helemaal zat en zal ook Eldorado een enorme afgang worden compleet met spetters.

Bram de H.


Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin